distantiëren
Nederlands
Woordafbreking
- dis·tan·tië·ren, dis·tan·ti·eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
distantiëren |
distantieerde |
gedistantieerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
distantiëren
- wederkerend zich ~ van: afstand nemen van, beweren niet betrokken of verantwoordelijk te zijn voor iets
- Zij zullen zich daarvan ongetwijfeld willen distantiëren.
- wederkerend zich ~ van: het ergens niet mee eens zijn
Vertalingen
1. afstand nemen
Gangbaarheid
- Het woord distantiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'distantiëren' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.