disputeren
Nederlands
Woordafbreking
- dis·pu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(wetenschappelijk) redetwisten’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- afgeleid van het Franse disputer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
disputeren |
disputeerde |
gedisputeerd |
zwak -d | volledig |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord disputeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'disputeren' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.