disputeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·pu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(wetenschappelijk) redetwisten’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • afgeleid van het Franse disputer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
disputeren
disputeerde
gedisputeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

disputeren [3]

  1. inergatief (wetenschappelijk) redetwisten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord disputeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.