discrimineren
Nederlands
Woordafbreking
- dis·cri·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet gelijk behandelen’ voor het eerst aangetroffen in 1955 [1]
- afgeleid van het Franse discriminer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
- Van het Latijnse discrimen (onderscheid)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
discrimineren |
discrimineerde |
gediscrimineerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
discrimineren
- het maken van onderscheid
- inergatief ongeoorloofd onderscheid dat gemaakt wordt op grond van bepaalde kenmerken. Hierbij kunnen we denken aan een huidskleur of ras, geslacht, sexuele geaardheid, leeftijd etc.
- - Hoewel discrimineren van alle mensen en van alle tijden is, is het een goede zaak om de invloed ervan te beperken om de samenleving voor iedereen prettiger te maken.
- - „Een verbod op het homohuwelijk is niet discriminerend', omdat ook hetero’s geen persoon van hetzelfde geslacht kunnen trouwen. Iedereen wordt gelijk behandeld”, schreef democraat Steve Beshear deze week in een brief aan het Amerikaanse Hooggerechtshof, zo meldde persbureau AP.[4]
Gangbaarheid
- Het woord discrimineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'discrimineren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.