diabeet
Nederlands
Woordafbreking
- di·a·beet
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van diabeticus (met het voorvoegsel dia-) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diabeet | diabeten |
verkleinwoord | diabeetje | diabeetjes |
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord diabeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'diabeet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.