detectivejes

• Geluid:  detectivejes    (hulp, bestand)
• IPA: /deˈtɛktɪfjəs/

• de·tec·tive·jes

• detectiveje met de uitgang -s

detectivejes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord detective

1. • Tussen die boeken zaten misschien vijf detectivejes, want naar ontspanning stond zijn hoofd meestal niet. [1]

• Dit verkleinwoord in het meervoud is gevormd op basis van de oorspronkelijk Engelse uitspraak, nu hoofdzakelijk nog gebruikt in de betekenis 'speurdersverhaal'. De Woordenlijst gaat bij de afbreking van detective uit van de tegenwoordig meer gangbare Franse uitspraak. Hiervan is de meest ingeburgerde vorm van het verkleinwoord in het meervoud detectiefjes. Daarnaast bestaat ook de vorm detectivetjes.

• Het woord 'detectivejes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.