dekkleed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dek·kleed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dekkleed dekkleden
verkleinwoord dekkleedje dekkleedjes

Zelfstandig naamwoord

dekkleed o

  1. een lap stof waarmee de romp van een paard afgedekt wordt
  2. een grote lap, meestal waterdicht materiaal waarmee een gebouw, voer- of vaartuig afgedekt wordt
  3. (heraldiek) een op de helm vastgemaakt stuk stof
Hyponiemen
  • huurdekkleed

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord dekkleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.