defecatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·fe·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontlasting’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • Naamwoord van handeling van defeceren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord defecatie -
verkleinwoord defecatietje defecatietjes

Zelfstandig naamwoord

defecatie [3] [4]

  1. (medisch) stoelgang, het produceren van ontlasting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord defecatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.