deed af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deed af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afdoen

deed af

  1. enkelvoud verleden tijd van afdoen
    • Ik deed af. 
    • Jij deed af. 
    • Hij, zij, het deed af. 

Gangbaarheid

  • Het woord deed af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.