deconstructief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·con·struc·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen deconstructiefdeconstructieverdeconstructiefst
verbogen deconstructievedeconstructieveredeconstructiefste
partitief deconstructiefsdeconstructievers-

Bijvoeglijk naamwoord

deconstructief

  1. op een manier waarop je iets kapot maakt of afbreekt
    • Echter, als je constant bezig bent met vergelijken en vervolgens klaagt en er verder niets mee doet, is dit niet goed. In dit geval ben je ' deconstructief' bezig en zal het je zelfvertrouwen alleen maar meer naar beneden halen. [1] 
    • Roemer heeft haar roman Gevaarlijk leven een motto meegegeven van Jacques Derrida: 'De waarheid over de waarheid is niet de waarheid'. Haar keuze voor het fragmentarische houdt kennelijk een theoretische voorkeur in voor deconstructief schrijven als manier om de werkelijkheid te benaderen. [2] 
    • Brems heeft ervoor gekozen niet te kiezen. Op die manier heeft hij recht willen doen aan vrijwel iedere literatuurbenadering van de afgelopen decennia: post-koloniaal, “gendered', institutioneel en deconstructief. Maar de nadruk ligt vooral, zoals de neerlandistieke mode het sinds enkele decennia voorschrijft, op de rol van literatuur in de maatschappij. [3] 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord deconstructief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.