declamatie
Nederlands
Woordafbreking
- de·cla·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het voordragen’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
- Naamwoord van handeling van declameren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | declamatie | declamaties |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord declamatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'declamatie' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.