daten
Nederlands
Woordafbreking
- da·ten
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Engelse date (romantische afspraak).
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
daten |
datete |
gedatet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
daten
- meerdere dates, afspraakjes maken met iemand
- Ik datete hem een tijdje.
- We hebben eerst een tijd gemaild en ge-sms't en daarna pas gedatet.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord daten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'daten' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.