contracteren
Nederlands
Woordafbreking
- con·trac·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
contracteren |
contracteerde |
gecontracteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
contracteren
- overgankelijk een contract sluiten met iemand
- Het bedrijf wist een aantal toptalenten te contracteren.
Verwante begrippen
- contract, contractant, contractarbeider, contractbasis, contractjaar, contractloon, contractloonstijging, contractonderwijs, contractonderzoek, contractpartner, contractprijs, contractspeler, contractueel
Vertalingen
1. een contract sluiten
Gangbaarheid
- Het woord contracteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'contracteren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.