contemporain

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tem·po·rain
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hedendaags’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • afgeleid van het gelijknamige Franse woord (met het voorvoegsel con-) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen contemporaincontemporainercontemporainst
verbogen contemporainecontemporainerecontemporainste
partitief contemporainscontemporainers-

Bijvoeglijk naamwoord

contemporain [3]

  1. behorend tot de periode waarin iets speelt
  2. behorend tot het heden, hedendaags
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord contemporain staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.