constipatie
Nederlands
Woordafbreking
- con·sti·pa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verstopping’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
- Naamwoord van handeling van constiperen met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | constipatie | constipaties |
verkleinwoord |
Vertalingen
1. verstopping, harde of uitblijvende ontlasting
Gangbaarheid
- Het woord constipatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'constipatie' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.