conjunctiva

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·junc·ti·va
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘oogbindvlies’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord conjunctiva conjunctivae
verkleinwoord conjunctivaatje conjunctivaatjes

Zelfstandig naamwoord

conjunctiva v

  1. (anatomie) oogbindvlies dat de oogbol en de achterzijde van de oogleden bekleedt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord conjunctiva staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.