conformeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·for·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conformeren
conformeerde
geconformeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

conformeren

  1. overgankelijk gelijkvormig maken, naar iets inrichten
    • Ik dien het daaraan te conformeren. 
  1. wederkerend zich aanpassen aan
    • Wij dienen ons hieraan te conformeren. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

conformeren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord conformeer

Gangbaarheid

  • Het woord conformeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.