condensor
Nederlands
Woordafbreking
- con·den·sor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | condensor | condensors |
verkleinwoord | condensortje | condensortjes |
Zelfstandig naamwoord
condensor m
- (motortechniek) reservoir bij een stoommachine waarin de afgewerkte stoom tot water verdicht wordt
- (natuurkunde) stelsel van lenzen om licht op een beperkt vlak te concentreren
Hyponiemen
- cataractcondensor, injecteurcondensor, mengcondensor, sproeicondensor, stoomcondensor, tegenstroomcondensor, verdampingscondensor, wisselcondensor
Afgeleide begrippen
- condensorpijp
Gangbaarheid
- Het woord condensor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'condensor' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.