condensor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·den·sor
enkelvoud meervoud
naamwoord condensor condensors
verkleinwoord condensortje condensortjes

Zelfstandig naamwoord

condensor m

  1. (motortechniek) reservoir bij een stoommachine waarin de afgewerkte stoom tot water verdicht wordt
  2. (natuurkunde) stelsel van lenzen om licht op een beperkt vlak te concentreren
Hyponiemen
  • cataractcondensor, injecteurcondensor, mengcondensor, sproeicondensor, stoomcondensor, tegenstroomcondensor, verdampingscondensor, wisselcondensor
Afgeleide begrippen
  • condensorpijp
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord condensor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.