compendium
Nederlands
Woordafbreking
- com·pen·di·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘samenvatting’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1]
- afgeleid van het Latijnse pendere (wegen) met het voorvoegsel com- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | compendium | compendia compendiums |
verkleinwoord | compendiumpje | compendiumpjes |
Gangbaarheid
- Het woord compendium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'compendium' herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.