ciao

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ciao    (hulp, bestand)
  • IPA: /tʃɑu/
Woordafbreking
  • ci·ao
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: afscheidsgroet’ voor het eerst aangetroffen in 1991 [1]
  • van Italiaans ciao [2]

Tussenwerpsel

ciao!

  1. afscheidsgroet: dag!

Gangbaarheid

  • Het woord ciao staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /tʃao̯/
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

ciao!

  1. hallo!, hoi!
  2. dag!
Overerving en ontlening

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.