christin

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chris·tin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord christin christinnen
verkleinwoord christinnetje christinnetjes

Zelfstandig naamwoord

christin v

  1. vrouwelijke christen
    • De generaal in kwestie, Hulagu, een kleinzoon van Dzjengis Khan, was getrouwd met een christin. Het leek er even op dat de Mongolen zelf christen zouden worden; het was een dubbeltje op zijn kant. Ik denk dat ze de islam uiteindelijk zagen als een zegevierende religie. Toen Koeblai Khan, de Mongoolse keizer van China, werd gevraagd christen te worden, zei hij: „Waarom? Christenen zijn nergens aan de winnende hand.”[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord christin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Dirk Vlasblom NRC 12 mei 2011
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.