chillen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chillen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʃɪlə(n)/
Woordafbreking
  • chil·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
chillen
ˈtʃɪlə(n)
childe
ˈtʃɪldə
gechild
ɣəˈtʃɪlt
zwak -d volledig

Werkwoord

chillen

  1. tot rust komen, ontspannen
    • Mamoun wil naar de stad om te chillen. Dat is hangen en kletsen met je vrienden. [1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord chillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
chillar

chillen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van chillar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van chillar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.