chillen
Nederlands
Woordafbreking
- chil·len
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels 'to chill' afkoelen, eind 20e eeuw in het bijzonder gebruikt voor uitrusten na het dansen op dancemuziek
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
chillen ˈtʃɪlə(n) |
childe ˈtʃɪldə |
gechild ɣəˈtʃɪlt |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
chillen
- tot rust komen, ontspannen
- Mamoun wil naar de stad om te chillen. Dat is hangen en kletsen met je vrienden. [1]
Vertalingen
1. tot rust komen, ontspannen
Gangbaarheid
- Het woord chillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chillen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.