chillar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
chillar
chillaba
chillado
volledig

Werkwoord

chillar

  • overgankelijk
  1. gillen, schreeuwen, krijsen
  2. piepen (van muis)
  3. piepen, knarsen (van deur)
  4. vloeken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.