cellulitis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cel·lu·li·tis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘zwelling van onderhuids bindweefsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1910 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cellulitis -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

cellulitis v

  1. (medisch) ontsteking van het onderhuidse bindweefsel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cellulitis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.