calculus
Nederlands
Woordafbreking
- cal·cu·lus
Gangbaarheid
- Het woord calculus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'calculus' herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
calculus | - |
Zelfstandig naamwoord
calculus
- (wiskunde) differentiaal- en integraalrekening
- «Many freshmen find calculus a big stumbling block.»
- Veel eerstejaars vinden differentiaal- en integraalrekening een groot struikelblok.
- «Many freshmen find calculus a big stumbling block.»
Latijn
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van calx (gen. calcis; « steen, kalk ») met het achtervoegsel -ulus.
Zelfstandig naamwoord
calcŭlus m
- steentje
- steen in de blaas
- steen = stuk in het spel, ook van glas, ivoor of was
- rekensteen, rekenbord, rekening, berekening
- stemsteen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.