caissière
Nederlands
Woordafbreking
- cais·si·è·re
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kassajuffrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | caissière | caissières |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
caissière v
- (beroep) vrouw of meisje die in een winkel de kassa bedient
- De jonge caissière werkt snel, nauwkeurig en staat de klanten vriendelijk te woord.
Gangbaarheid
- Het woord caissière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'caissière' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
- De schrijfwijze "cassière" werd in dit onderzoek door 98 % van de Nederlanders en 90 % van de Vlamingen herkend, hoewel dit nooit een officiële spelling is geweest.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.