cadet

Nederlands

[1] cadetten
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·det
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘student aan militaire school’ voor het eerst aangetroffen in 1868 [1]
  • Leenwoord uit het Frans. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cadet cadets
cadetten
verkleinwoord cadetje cadetjes

Zelfstandig naamwoord

cadet m

  1. een student aan een militaire school
    • De cadetten aan de militaire school studeren in juli af. 
  1. (België) een jonge sportbeoefenaar
    • De cadetten speelden een vrienschappelijke wedstrijd. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cadet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.