cabotage

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  cabotage    (hulp, bestand)
  • IPA: / kaboˈtaʒə /
Woordafbreking
  • ca·bo·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cabotage cabotages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

cabotage v

  1. (scheepvaart) kustvaart, kusthandel
  2. het recht van een bedrijf uit het ene land om in een ander land handel te drijven
Vertalingen
    1.   

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord cabotage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. cabotage op website: Etymologiebank.nl

Frans
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ka.bɔ.taʒ/
Woordafbreking
  • cabo·tage
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van caboter met het achtervoegsel -age [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  cabotage     la cabotage     cabotages     les cabotages  

Zelfstandig naamwoord

cabotage m

  1. cabotage
Overerving en ontlening

Verwijzingen
  1. cabotage op Wiktionnaire
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.