buurtje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • [1] buur·tje
  • [2] buurt·je

Zelfstandig naamwoord

buurtje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buur
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buurt

Gangbaarheid

  • Het woord buurtje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.