buitenstaander

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·staan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenstaander buitenstaanders
verkleinwoord buitenstaandertje buitenstaandertjes

Zelfstandig naamwoord

buitenstaander m

  1. iemand die niet bij de groep hoort
    • - Voor een buitenstaander is carnaval maar een raar feest. 
    • - De ondernemer wordt niet gecorrigeerd als hij foute beslissingen neemt en bij zijn vertrek ontstaat intense onrust. Moet zijn opvolger uit de familie komen? Of kan het een buitenstaander zijn? Zakelijke overwegingen en emoties kunnen de interne verhoudingen gemakkelijk ontwrichten. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord buitenstaander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC 13 juni 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.