buikten uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikten uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbœyktə(n) ˈœyt/
Woordafbreking
  • buik·ten uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitbuiken

buikten (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitbuiken
    • Wij buikten uit. 
    • Jullie buikten uit. 
    • Zij buikten uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord buikten uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.