buikt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikt uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbœykt ˈœyt/
Woordafbreking
  • buikt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitbuiken

buikt (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuiken
    • Jij buikt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuiken
    • Hij buikt uit. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van uitbuiken
    • Buikt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord buikt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.