brunchen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brunchen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrʏnʃən/, /ˈbrʏnʃə/
Woordafbreking
  • brun·chen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
brunchen
brunchte
gebruncht
zwak -t volledig

Werkwoord

brunchen

  1. een brunch gebruiken
    • Gaan we zondag vroeg ontbijten, of slapen we uit en gaan we brunchen? 
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

brunchen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brunch
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord brunchen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.