broedsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • broed·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van broeden met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord broedsel broedsels
verkleinwoord broedseltje broedseltjes

Zelfstandig naamwoord

broedsel o

  1. een aantal gezamenlijk bebroede eieren en de jongen die daaruit voortkomen
    • Dit is het al het tweede broedsel dit jaar. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord broedsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.