broedsel
Nederlands
Woordafbreking
- broed·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broedsel | broedsels |
verkleinwoord | broedseltje | broedseltjes |
Zelfstandig naamwoord
broedsel o
- een aantal gezamenlijk bebroede eieren en de jongen die daaruit voortkomen
- Dit is het al het tweede broedsel dit jaar.
Gangbaarheid
- Het woord broedsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'broedsel' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.