braaf
Nederlands
Woordafbreking
- braaf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eerzaam, gehoorzaam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1769 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | braaf | braver | braafst |
verbogen | brave | bravere | braafste |
partitief | braafs | bravers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
braaf
- bereid de regels in acht te nemen
- Hij was niet altijd de braafste van de klas.
- Meisjes zijn vaak braver dan de ondeugende jongens.
Gangbaarheid
- Het woord braaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'braaf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.