boulot
Frans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
boulot | le boulot | boulots | les boulots |
Zelfstandig naamwoord
boulot m
- «Alors, j'ai fait tout ce boulot pour des prunes?»
- Dus ik heb al dat werk voor nop gedaan? (pour des prunes: voor pruimen) [1]
- «Alors, j'ai fait tout ce boulot pour des prunes?»
- iemand met een kort en dik postuur
- een soort brood
Afgeleide begrippen
- [2] boulotte
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: être boulot boulot
een workalholic zijn
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.