bottel
Nederlands
Woordafbreking
- bot·tel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fles’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1698 [1]
- In de betekenis van ‘rozenbottel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bottel | bottels |
verkleinwoord | botteltje | botteltjes |
Zelfstandig naamwoord
bottel v / m
- (plantkunde) eigenlijk: knop van een plant, maar meestal: rozenbottel [2] [3]
- (van het Engels bottle:) fles [4] [5]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- bottelroos, bottellijn
Gangbaarheid
- Het woord bottel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bottel' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "bottel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- bottel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- bottel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.