borstkast
Nederlands
Woordafbreking
- borst·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van borst zn en kast zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borstkast | borstkasten |
verkleinwoord | borstkastje | borstkastjes |
Zelfstandig naamwoord
borstkast v/m
- Als je inademt, gaan je schouders omhoog en zet je borstkast uit. Als je uitademt, bewegen je schouders en borstkast naar beneden en naar binnen. [2]
Synoniemen
- ribbenkast
- borstkas (meer gangbaar)
Opmerkingen
- Omdat de betekenissen van kas en kast elkaar lange tijd overlapten, komt de vorm 'borstkast' soms voor, maar dit is nooit de gangbare vorm geweest. Het omgekeerde is het geval bij 'ribbenkast', waar de nevenvorm 'ribbenkas' wel voorkomt, maar nooit gangbaar was.
Gangbaarheid
- Het woord 'borstkast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Siegfried, D.R. Biologie voor Dummies (2005) Pearson Education, Amsterdam; ISBN 9789043010511; p. 94; geraadpleegd 2018-02-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.