bootten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boot·ten

Werkwoord

vervoeging van
boten

bootten

  1. meervoud verleden tijd van boten
    • Wij bootten. 
    • Jullie bootten. 
    • Zij bootten. 
vervoeging van
booten

bootten

  1. meervoud verleden tijd van booten
    • Wij bootten. 
    • Jullie bootten. 
    • Zij bootten. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.