boordde af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boord·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afboorden

boordde (...) af

  1. enkelvoud verleden tijd van afboorden
    • Ik boordde af. 
    • Jij boordde af. 
    • Hij, zij, het boordde af. 

Gangbaarheid

  • Het woord boordde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.