boodschappen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bood·schap·pen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

boodschappen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boodschap
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boodschappen
boodschapte
geboodschapt
zwak -t volledig

Werkwoord

boodschappen

  1. overgankelijk, (verouderd) door middel van een boodschap overbrengen
    • Helaas, zij vermoedde niet, deze vrouw, dat het biljet hetwelk de overwinning boodschapte, in later tijd een doodvonnis zou blijken te zijn![1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord boodschappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bungener, F. Lincoln: zijn leven, werk, en dood (1866)

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.