bolsjewiek

Nederlands

bijeenkomst van bolsjewieken
Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·sje·wiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘aanhanger van het Russische communisme’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
  • uit het Russisch [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bolsjewiek bolsjewieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bolsjewiek m [3]

  1. lid van een factie van de marxistische Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (RSDAP) die zich afsplitsten van de mensjewistische factie bij het Tweede Partijcongres in 1903
    • Na afloop van zo’n illegale actie worden Zulajka en Moertaza door zo’n brigade aangehouden, waarbij de zich verwerende Moertaza door de leider van die woeste troep, Ignatov, wordt doodgeschoten. Vanaf dat moment breekt de hel los. De boeren in het dorp worden als koelakken - door de bolsjewieken verketterde ‘herenboeren’ - gearresteerd en naar Siberië gedeporteerd. Op de minaret van de moskee wappert in het vervolg de rode vlag. Alles wat aan Allah herinnert wordt vernietigd.[4] 
Synoniemen
Antoniemen
  • trotskist, mensjewist
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bolsjewiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.