bollebof

Nederlands

Uitspraak

Geluid: bollebof (hulp, bestand)
IPA: /bɔləˈbɔf/

Woordafbreking

bol·le·bof

Woordherkomst en -opbouw

Herkomst: Bargoens [1][2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bollebof	bollebofs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bollebof v/m

(Jiddisch-Hebreeuws) baas
(Jiddisch-Hebreeuws) commissaris van politie

Gangbaarheid

Het woord bollebof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bollebof' herkend door:

30 %	van de Nederlanders;
13 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

bollebof op website: Etymologiebank.nl
Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.