boleet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·leet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘buiszwam’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord boleet boleten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

boleet m

  1. (plantkunde) Boletus vlezige buiszwam met een korte dikke steel. De meest bekende boleten zijn eekhoorntjesbrood en de kastanjeboleet
Hyponiemen
  • berkenboleet, eikenboleet, fluweelboleet, heksenboleet, ivoorboleet, kastanjeboleet, melkboleet, peperboleet, satansboleet
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.