bloknoot
Nederlands
Woordafbreking
- blok·noot
Woordherkomst en -opbouw
- vernederlandsing van blocnote
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloknoot | bloknoots |
verkleinwoord | bloknootje | bloknootjes |
Zelfstandig naamwoord
bloknoot
- verouderde spelling of vorm van blocnote van vóór 1996 - deze schrijfwijze werd alleen gebruikt in de toegelaten spelling vanaf 1955
- Na het gesprek neemt dokter Cruytvat peinzend plaats achter zijn schrijfbureau, pakt een bloknoot en begint te schrijven, (…) [1]
Verwijzingen
- Simhoffer, K. Een geile gifkikker. (1973) Paris-Manteau, Amsterdam / Brussel; ISBN 9022303632; p. 122; geraadpleegd 2015-02-18
Gangbaarheid
- Het woord 'bloknoot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.