biofruit
Nederlands
Woordafbreking
- bio·fruit
Zelfstandig naamwoord
biofruit o
- fruit dat geteeld is op een manier die voldoet aan de criteria van bepaalde keurmerken (zoals EKO, Europees Biologisch en Demeter)
- De schoonbroer van Eddy Vonck teelt biofruit op de familiale boerderij. Vonck en zijn vrouw kweken er biokippen en ander gevogelte.[1]
- Biologische voeding is gezonder. Dat blijkt uit een groot Europees onderzoek van de universiteit van Newcastle dat vier jaar heeft geduurd en waarover Het Laatste Nieuws en De Morgen maandag berichten. Biofruit en -groenten bevatten 40 procent meer antioxidanten die de kans op kanker en hart- en vaatziekten verminderen. Bioproducten zijn ook rijker aan vitamine C, ijzer en zink.[2]
Gangbaarheid
- Het woord biofruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'biofruit' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Standaard 09/07/2012 door Jan Bosteels Bankier en hobbyboer
- de Standaard 29/10/2007 Bio eten is echt gezonder
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.