bijter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bijĀ·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bijten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord bijter bijters
verkleinwoord bijtertje bijtertjes

Zelfstandig naamwoord

bijter m [1]

  1. iemand die bijt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord bijter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.