bijschaven
Nederlands
Woordafbreking
- bij·scha·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en schaven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijschaven |
schaafde bij |
bijgeschaafd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bijschaven [1]
- overgankelijk door schaven afwerken en gladmaken of voor een bepaalde toepassing passend maken
- geinpodum: je kunt niet bijschaven, je kunt alleen afschaven
Afgeleide begrippen
- bijschaving
Gangbaarheid
- Het woord bijschaven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijschaven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.