bijentaal
Nederlands
Woordafbreking
- bij·en·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij zn en taal zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijentaal | bijentalen |
verkleinwoord | bijentaaltje | bijentaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
bijentaal v/m [1]
- de complexe communicatie tussen bijen
- Bijentaal omvat niet alleen dans, maar ook geluidssignalen: Hoe kunnen honingbijen zich oriënteren en hun soortgenoten in de bijenkorf laten weten waar het beste voedsel te halen valt? Dat is een vraag die mensen al vele jaren bezig houdt. [2]
- Je kunt, als Nederland, nog zo’n leuke blonde zangeres met zo’n gezellig lied sturen, maar je legt het altijd af tegen drie Oost-Europeaantjes, verkleed als bijen, die in de bijentaal een lied zingen. Een Eurovisie-levensles die je volgens mij niet jong genoeg kunt leren. [3]
Gangbaarheid
- Het woord 'bijentaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijentaal' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 8 december 1994 Bijentaal omvat niet alleen dans, maar ook geluidssignalen
- NRC Aaf Brandt Corstius 24 november 2008 Geflankeerd door acht matrozen met een zwabber
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.