bijbehorend
Nederlands
Woordafbreking
- bij·be·ho·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en behorend
stellend | |
---|---|
onverbogen | bijbehorend |
verbogen | bijbehorende |
Bijvoeglijk naamwoord
bijbehorend
- deel uitmakend van één geheel
- De koffiekopjes en de bijbehorende schoteltjes zijn kunstig bewerkt.
- Hier heeft u de nieuwe televisie met de bijbehorende handleiding.
Gangbaarheid
- Het woord bijbehorend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijbehorend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.