beëdiging
Nederlands
Woordafbreking
- be·edi·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beëdiging | beëdigingen |
verkleinwoord | beëdiginkje | beëdiginkjes |
Zelfstandig naamwoord
beëdiging v
- de bekrachtiging van een functie door de afname van een eed/gelofte.
- De beëdiging van de nieuwe koning wordt gevolgd door de inhuldiging.
Gangbaarheid
- Het woord beëdiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beëdiging' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.